Bijna zomer

Het weer en de (sier)tuin

Het voorjaar leek nergens op; de afgelopen weken waren veel natter en bewolkter dan anders. Af en toe een erg warme dag ertussen. De muggen zijn er wel en die steken behoorlijk. Ik zit weer onder de bulten en heb er een aantal onbewust open gekrabd. Alhoewel ze sinds 2 avonden wel weer lijken te zijn verdwenen. Er is een website waarop men aankondigt wanneer er vliegtuigjes komen sproeien maar we konden niks concreets vinden voor deze provincie. Niet dat we dat spuiten nou toejuichen.

Dit is de groene muntgoudhaan, in de valeriaan.

We zijn 2 maal naar boomkwekerijen geweest. De ene is de ‘faiskola’ aan de 52, richting Kecskemét. Maar de andere kant op naar Solt, daar is er een die veel groter is en meer keuze heeft. In Solt hebben we 17 planten gekocht die ik allemaal heb uitgekozen. Dan ben ik helemaal in m’n element.

Drie hosta’s, een hortensia, blauwe bes, verbena ijzerhard, 4 rozen, rode zonnehoed, vlier, kruisbes, 2 gaillardia’s, een varen en een hulst. Van te voren had ik een lijst gemaakt met wat er nog nodig was voor in de tuin. Thuis zoek ik dan de planten weer op internet op vanwege de standplaats en de grondsoort. Bij de ene moet je mulch en compost toevoegen, de volgende moet veel vocht hebben maar het moet goed weg kunnen lopen, een andere moet in de schaduw en ga zo maar door. Dat vind ik leuk om uit te pluizen en zo leer ik wat bij. Bij de hulst moet er nog een zelfde bij gezet worden, anders krijgt ie niet van die leuke rode besjes. Dus binnenkort maar weer shoppen!

Al jaren wil ik een eigen vlier. Er zijn er al 3 gesneuveld, ik hoop toch echt dat deze het gaat redden.

Rozen heb ik nog nooit gekweekt en nu ben ik er aan toe. Ik hou van die mooie, ouderwetse, klassieke, lekker ruikende, grote gekleurde dotten. Het liefst in pasteltinten. Het is wel een beetje Hongaars; bij heel veel huizen zie je klassieke rozen bij een veranda of voordeur.

De border voor het huis was een chaotisch oerwoud. Dat kan anders dacht ik. Het meeste heb ik verwijderd en ben opnieuw begonnen. Vooral het groot kaasjeskruid vond ik lelijk worden en ook de klaprozen zijn vaak slordig. Die mogen elders op het erf hun gang gaan, daar laat ik ze juist wél staan. De 4 rozen zijn geschikt voor deze behoorlijk zonnige plek. Naast het huis is een schaduwrijke plek. Daar staat al tijden een roos die niet bloeit, wegens gebrek aan zonlicht. Die gaan we nog proberen er uit te scheppen. Maar of dat lukt… Ik heb al eerder een poging moeten staken. Maar ja, ik ga toch echt niet de iepenhaag open knippen.

Dit zijn de resultaten. Hierboven samen met de 2 gaillardia’s, de grote bladeren erachter zijn van een alantswortel.

Nog steeds met dakpannen belegd; daar kom ik straks op terug.

De grote stokroos mag uiteraard blijven. Deze zal lichtgekleurd worden zo te zien, ik ben heel benieuwd. Elke dag is ie een stukje verder.

De hortensia in de parktuin op een half zonnige plaats.

Nog meer hosta’s in het schaduwtuintje onder de Siberische iepen.

Gekregen walnoot, ca. 60 cm hoog.

De varen onder een enorme boom gezet. Ze houden alleen van schaduw en zaaien zich uit d.m.v. sporen. Van mij mag ie!

Penstemon van de faiskola aan de 52.

Verbena ‘ijzerhard’ van de faiskola aan de 52.

De valse zonnebloemen schieten de grond uit. Ze groeien in bosjes en elk jaar verschijnen er meer.

Klaproos tussen de duizendschonen.

Tweekleurige duizendschoon.

Voor de één onkruid; voor mij de grote stalkaars met geneeskrachtige eigenschappen.

Achillea millefolium = duizendblad, heb ‘m ook in roze en in wit.

De laurieren gaan heel goed en hebben nieuwe bakken gekregen.

Duizendblad als snijbloem voor in huis.

Dit is de ingang naar ons bos. We laten het in de zomer voor wat ‘t is wegens de ontelbare muggen en mogelijk teken.

Laatst was ik fietsen, zie ik op de asfaltweg allemaal kleine zwarte vruchtjes liggen. Moerbeien! Joepie, het is de tijd er voor! Onze eigen moerbeibomen maken ook al kleine vruchtjes maar nog te klein en te weinig. Dat komt wel. Dus ben ik gaan wildplukken. Echt zo leuk dat ze hier gewoon langs wegen en bospaden groeien!

Ze lijken op bramen maar de smaak is zoeter en wat laffer.

En ze geven nogal af.

De moestuin

Het gaat lekker! Elke ochtend check ik de moestuin en trek er ongewenst kruid uit. Her en der heb ik zelfgemaakte compost toegevoegd en daaruit komen nu allemaal kleine tomatenplantjes. Die horen in de bak met vruchtgewassen maar ik haal ze niet allemaal weg. De geplande tomatenplanten gaan niet zo snel door het te koude en donkere voorjaar maar toch beginnen zich hier en daar kleine bloemetjes te vormen. Dit jaar ben ik voor het eerst per soort het gewicht aan oogst aan het bijhouden. Alles schrijf ik op in m’n zogeheten ‘processen schrift’. Daar komen dan conclusies uit die ik voor 2024 kan gebruiken. Bijvoorbeeld hoeveel ruimte voor aardappels we nodig denken te hebben, hoeveel oogst geven de ca. 60 aardbeienplanten enzovoort.

We zitten ruim boven de 3 kilo aardbeien en ze zijn heerlijk. Ik maak er allerlei toetjes van. Met mascarpone, slagroom en vlokjes (van Pieter uit Friesland) bijvoorbeeld.

Het overschot – en dat is nogal veel – wordt ingevroren en gelabeld.

De vriezer heeft een ‘plank’, zodat je ze verspreid kunt laten bevriezen. Anders krijg je van die klonten met fruit die je lastig kunt ontdooien.

Dit jaar eindelijk veel bloesem aan de doornloze braam.

De tayberry in een bak gaat goed maar die wil wel meer ruimte. Ga ik regelen.

Rode bes.

Een lente-ui die ik liet hergroeien, heeft een prachtige bol met zaden ontwikkeld.

Hier word ik blij van; de courgettes hebben grote bloemen! Vier courgettes gedetecteerd. Vorig jaar hadden we veel groene, het leek me leuk om nu een andere kleur (en smaak) te telen. In Den Helder had ik ook meestal de gele.

Een nieuwe muntsoort uit zaden opgekweekt.

Dat gaat de goeie kant op; bloemen in de aardappelplanten.

Elk aardappelras heeft z’n eigen kleur bloem. Als de bloemen doodgaan, kan ik de aardappels gaan rooien. Altijd weer spannend wanneer dat gebeurt.

Stamslabonen.

Csicseriborsó = kikkererwten. Die had ik nog niet eerder gezaaid. Wat een leuke plantjes!

Tuinbonen met grote groene peulen. We dachten dat we geen tuinbonen lustten. Ik had ze gezaaid omdat ik nou eenmaal een zakje had liggen. En om stikstof te creëren in de bak waar volgend jaar een ander gewas komt te staan. Maar vanavond heb ik ze toch gekookt. Gebakken spek, ui en knoflook toegevoegd. Met gebakken aardappels en wat sla uit eigen tuin. We vonden het prima. Dus nu ga ik ze elk jaar zaaien. De bonen zijn rijp wanneer de peulen er opgepompt uit zien.

Kapucijners met grote paarse peulen.

De eerste knoflook-voeten hangen te drogen aan de veranda op de zuidkant. In oktober gezaaid; dit gewas groeit heel langzaam. Uiteraard zit er meer smaak aan dan aan die uit de winkel; ik kweek natuurlijk zonder gif.

Voor het eerst witlof aan het kweken. De bladeren groeien snel; ze zijn zo’n 40 cm nu. De zaden komen uit Nederland want witlof kent men hier niet. Ik moet ze geloof ik tot oktober laten staan, blad eraf, weer laten staan en dan zijn de wortels vanaf het voorjaar eetbaar, maar dat zoek ik nog op.

In plaats van roti met sperziebonen en aardappels, kun je ook spinazie en rijst nemen. Maandag 919 gram spinazie geoogst. Het was na koken en roerbakken iets teveel. Een deel ingevroren en natuurlijk in m’n schrift genoteerd. Wat een rijkdom!

Het is een spinaziesoort met lange stelen en veel vertakkingen met blad. Het gewicht was van na het wassen en inclusief de stelen die ik er af haal.

Bart heeft een nieuw watersysteem aangelegd. In elke rij met bakken lopen nu 2 lange slangen met een druppelsysteem. De timer bij het watertappunt zet ik dan op 2 uren, dat is het maximum. Ik ben nog aan het testen hoe vaak ik 2 uren moet bijschakelen. Maar dit scheelt al veel werk!

De nieuwe druppelslangen.

Gisteren mungboontjes in een bak met natte keukenpapieren gelegd. Na 1 dag barstten ze al open. Als ze worteltjes gaan vormen, kunnen ze naar buiten.

De beestenboel.

Er staan naast ons huis 95 bijenkasten. Dat is nogal wat. De eigenaar is Tibor; het is zijn bos waar ze staan en hij woont zelf in het dorp. Toen hij met de bijen ging werken, hebben we ven een babbeltje gemaakt in het Hongaars. Dat ging. De bijen komen bij ons nectar verzamelen dus de hele dag gonst het. Ik vind het een prachtig geluid en ben er ook niet meer bang voor. Maar ze willen ook drinken. En daar was het zwembadje. Die malle beesten drinken chloorwater! Lijkt ons niet gezond. En voor ons is het dan niet leuk om te gaan badderen. Dus hebben we maar overal bakjes met stenen en normaal water neergezet. Dat helpt.

De kippen liepen los op het erf door mijn toedoen; ik wilde ze een tijdelijk beetje meer ruimte geven en toen fladderden er steeds twee over het hek. Toen liet ik de andere 2 ook maar steeds vrij want ze willen bij elkaar zijn. Maar na een tijdje werden we het een beetje beu. Overal lag mest want ze laten van alles uit die cloaca vallen. Ze liepen nieuwsgierig het motorhok binnen. Als we weg gingen, zette ik wat voer voor de katten buiten. Laatst was ik wat vergeten en liep terug naar de voordeur. Krijg nou wat, die kippen aten al het kattenvoer op! Toen was de maat vol. We hebben grote vogelnetten gespannen over de ren. Maar soms is het kleinste kipje, die grijze met het zwarte hoofdje, zo brutaal dat ze alsnog over de netten weet te vliegen. Vandaar dat er nog steeds dakpannen in de border liggen want mevrouw weet heel goed hoe ze alles moet omwoelen en houdt geen rekening met mooie rozen. Ze is ook wel heel schattig; als ze haar vleugels wijd doet, kan ik haar aaien. Laatst tilde ik haar op zo’n moment op en bracht haar naar de ren. Onderweg bewoog ze haar kopje van voor naar achteren alsof ze zelf liep!

Poekje dacht even dat ze wel over de zwembadrand kon balanceren. En ja hoor, ze viel er in en ging bijna kopje onder. Die blijft voorlopig uit de buurt van water. Stevie is steeds meer verbaal aanwezig, hij kletst er op los. Dat vind ik meestal wel grappig; dieren kunnen heel duidelijk zijn. Maar soms is het wat te gortig; hij kan op z’n ‘kats’ brullen, dan moet en zal hij bij me in de buurt zijn. We weten niet of dat nou van ouderdom is of dat hij verlatingsangst heeft. Het liefst loopt hij achter me aan, naar binnen en naar buiten en gaat gezellig mee de moestuin in.

Met het kweken van meelwormen ben ik gestopt. De kippen vonden ze heerlijk maar het kostte veel wortels. En nu is de growkast uit, scheelt weer elektriciteit voor de warmte en lampen.

Laatst was ik weer eens fietsen. Ik was nog geen kilometer onderweg of ik spotte in een zanderige zijweg een jong hert, mooi roodbruin van keur. Ze bleef me een aantal seconden aankijken. Waarom doen ze dat toch? Scannen of bedreigend ben? Even laten voegden zich twee kleintjes bij haar. Schitterend! Ook weer 2 wilde konijnen zien oversteken, twee hopvogels vlogen voor me uit, een grote roofvogel gezien en een overstekende fazant, een vrouwtje. Dat kan alleen maar hier! Wat een land!

Wat hebben we verder beleefd:

We gingen uit eten bij een hotel want dat is meestal goed. Dit was ook nog een speciaal sporthotel. Het hele complex zag er prachtig verzorgd uit. We zaten buiten langs een geveltuin. Maar het eten was helemaal niet bijzonder: ik had een gepaneerde kip met botten en al en een berg gebakken krieltjes met peterselie. De garnering was het lekkerst. Een plantenbak stond precies in m’n gezichtsveld. De hele tijd was daar een grote slak bezig. Die verdiende een foto, het eten niet.

De weegbree-olie tegen muggenbeten, brandnetelsteken en schaafwondjes werkt goed. Ik heb weer nieuwe gemaakt.

In februari hadden we hout laten bezorgen. Per 1000 kilo kostte het 59.000 forint, bezorging 3500 forint. Maar het bleek niet goed gedroogd; dan koop je dus vocht want dat weegt lekker door. En het brandde slecht. Het was een speciale Valentijnsdag actie. Bart zei: het is zeker de bedoeling van dit hout dat je elkaar warm houdt! In mei hebben we 2000 kilo besteld, per ton kostte het 68.000 forint. Het bezorgen was ook weer 3500 forint. Naarmate je later in het jaar bezorgt, stijgen de kosten maar bezorgen blijft hetzelfde.

We hebben een handige labelmaker. Maar die werkte op batterijen en dat vind ik zonde, je gooit steeds wat weg en je koopt weer nieuw. Bart heeft het apparaat verbouwd naar elektrisch, veel beter.

Soms als we bij de hypermarkt Auchan zijn, kijk ik naar kleding. Maar ze verkopen daar van die trut-mode, ik vind er geen zak aan. Veel synthetische stoffen, dat is alleen te dragen als je naast een ventilator zit! En elk jaar die eeuwige pasteltinten, dat vind ik alleen leuk voor rozen. Ik koop alleen sokken in zulke saaie winkels. Maar wat moet je dan als je kleding nodig hebt. Toevallig waren we een keer in een onbekende straat. Daar zat een ‘angol ruha’ = Engelse kleding. Dat is tweedehands kleding. Daar krijgen ze elke maandag nieuwe lading. Dan betaal je een bepaald bedrag maar de volgende dag is het per stuk 200 forint goedkoper. En dat gaat elke dag zo door. Maandag hebben ze het meest, zaterdag is het ‘t goedkoopst en zondag zijn ze gesloten. Daar heb ik voor weinig echt leuke, katoenen spullen op de kop kunnen tikken. Voor mij hoeft het niet allemaal spiksplinternieuw. Liever katoen of linnen met een knipoog naar de jaren 60 en 70. Minder belastend voor het milieu!

Laatst brak m’n horlogebandje. We zijn naar de juwelier in het dorp gegaan maar toen moest ik het horloge achterlaten en dat wilde ik niet. Ooit heb ik bij een juwelier gewerkt en een bandje vervangen kon toen gewoon ter plekke. Later in de grote stad bij een juwelier geweest maar die verkocht geen bandjes, alleen horloges. Toen kwam Bart op het idee om er zelf een te maken. We hebben 2 jaar geleden een hele berg stoffen en naaiattributen van iemand overgenomen. Daar zaten verschillende kleuren leer bij. Het is gelukt! Ik vind het heel mooi geworden. Een andere kleur dan het klokje maar dat maakt me niet uit. Past goed bij de muggenbulten…

Een tijdje terug zagen we dat er een tanya te koop stond op een plek waar we vaak langs kwamen. Op een dag was het bord weg. We waren erg benieuwd welke nationaliteit er zou komen wonen. Later stond er een auto met een Duits kenteken. Het wegdek is op sommige plaatsen zo slecht dat de ketting van m’n fiets er wel eens af vliegt. Die kan ik niet zelf repareren want het zit geschroefd en ik neemt nooit gereedschap en poetsdoeken mee, misschien moet ik dat toch eens gaan doen. Op een dag gebeurde het weer, precies tegenover dat huis en ik wachtte tot Bart kwam op zijn fiets, als een soort wegenwacht met gereedschap in z’n mandje. Om de tijd te doden liep ik naar de tanya want ik zag een vrouw buiten bezig. Toen heb ik haar maar gewoon in het Duits begroet. Bart was inmiddels gearriveerd en ook haar man kwam er bij. We hebben een tijdje gezellig staan kletsen. Een paar dagen later belden ze en kwamen even ze bij ons kijken. Ook weer gewoon op straat ontmoet, zo leuk! Ons Duits is blijkbaar goed genoeg!

Maar ik ben wel gestopt met Hongaarse les, na bijna anderhalf jaar zwoegen en zweten. Aan de ene kant is het te moeilijk. Ook het oefenen kan bijna niet omdat we buiten het dorp wonen. Buurman Slijptol wil wel met ons kletsen en wij met hem maar we zien ‘m zo weinig omdat we 150 meter uit elkaar wonen. Buurvrouw Klaudia aan het begin van ‘ons’ zandpad is altijd druk in de weer met haar 4 kinderen en familie, een heel ander leven. We groeten elkaar wel maar het is meer een plek waar we langsrijden en onze eigen weg gaan. Het nieuws op bijvoorbeeld tv wordt zo snel gesproken, dan moet je 5 jaar gevorderd zijn. Ik zag me in deze taal toch al niet vloeiend interessante gesprekken voeren. Het is zoiets aparts, niet Indo-Germaans maar Fins-Oegrisch. Op deze leeftijd is het gewoon te zwaar om helemaal in een andere, soms compleet tegengestelde techniek te gaan denken.

En aan de andere kant vind ik wel dat ik een basis heb. In winkels, restaurants, bij de bakker, de slager en de benzinepomp red ik me prima. Op Facebook kan ik advertenties lezen. Een tijdje terug kon ik een dronken kerel verstaan. En ik heb een keer een oudere dame de weg gewezen naar de apotheek. Vandaag kwam ik iemand tegen in het dorp met een behoorlijk spraakgebrek, ook die kon ik redelijk volgen. Het leukste en makkelijkste boek dat ik heb gekocht, hou ik om soms nog eens in te neuzen. Bart gaat wel door en via hem hoor ik ook weer wat nieuwe dingen of juist een herhaling van wat ik heb geleerd. Het is goed zo.

Bij de online bibliotheek heb ik sinds een tijdje een abonnement. Het kost maar € 42 per jaar; daarvoor kan ik elke 3 weken 10 e-books lenen. Je hebt ze dan niet zelf zoals wanneer je een e-book koopt. Maar dat hoeft ook niet. De e-books die ik kocht, waren qua prijs tussen de € 5 en € 12, dus dit abonnement loont de moeite.

Een distel kan best mooi zijn. Deze is 2 meter hoog en geeft paarse bloemen. Ik laat ‘m lekker staan.

Fijne zomer!

10 reacties op “Bijna zomer”

    1. Hoi Joke, Bedankt voor je reactie. Weegbreeolie: knip een stuk of 10 bladeren van de smalle weegbree. Afspoelen en een paar uur te drogen leggen op een theedoek of in de zon. Dan knip je ze in stukjes van 1 cm. Je doet ze in een schone glazen pot. Giet er zonnebloemolie bij tot de blaadjes onder staan. Dit zet je 3 weken op een zonnige plek, elke dag schudden. Nu komen de bestanddelen vrij. Na 3 weken zeven of door een filter gieten en smeren maar. Ik gebruik het liefst blaadjes van de plant wanneer er nog geen bloemen zijn gevormd, dan gaat de energie naar de blaadjes om meer geneeskrachtige eigenschappen te krijgen. Je kunt de olie wel een jaar bewaren. Groet, Nathalie

        1. Hallo Mieke, Bij grote weegbree lees ik wel dat het wondhelend kan zijn maar het is een ander kruid met andere eigenschappen. Vroeger, als ik werd geraakt door een brandnetel, wreef ik met grote weegbree en dat werkte ook wel maar voor de olie moet je echt de smalle hebben. Ga je het uitproberen? Groet, Nathalie

  1. Wat leuk om te lezen Nathalie 🙂
    Ik kende de moerbeien nog niet. Weer wat geleerd! Dank je wel.

    Vandaag las ik toevallig veel tips over muggen weren. De tip die ik het meeste zag was meer Vitamine B1 nemen. Wie weet lost dit wat voor je op.

  2. Leuk blog, alles gelezen😅. Een tip: planten en vruchten van de nachtschade familie, zoals aardappelen en tomaten kun je beter niet op de composthoop gooien. Je hebt dan sneller kans op de aardappelziekte en ook andere ziektes kunnen in je grond komen waardoor je jaren deze planten niet meer kunt telen.

    1. Hoi Suzanne, Bedankt voor je reactie en tip. Er is nogal wat uiteenlopende info beschikbaar over de nachtschadefamilie en compost. In de winter gaan de aardappelschillen op de composthoop omdat ze dan niet kunnen uitlopen door de kou. Maar alleen als het niet meer is dan 20% van het totaal. Tussen IJsheiligen en de 1e nachtvorst doe ik dat niet omdat ze dan wél kunnen uitlopen. Dat van die tomaten vind ik een goeie tip. Ik heb nu 2 extra tuintjes gemaakt waar de tomatenzaden uit het keukenafval in kunnen, wie weet wat dat doet. Groet, Nathalie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *