Er is zoveel gebeurd de laatste weken, waar zal ik beginnen. Aangezien we vandaag veel regen hebben en zelfs hagel, is het een mooie dag voor een verhaaltje.
Het beroemde en beruchte lakcímkártya (adreskaartje) is voor ons allebei binnen gekomen. Dan gaan er deuren voor je open. Zo hebben we – helemaal in het Hongaars – een internetabonnement kunnen afsluiten. Qua data is het onbeperkt maar wel per maand opzegbaar. Dat laatste kostte geld omdat we het ‘trouwe klant zijn ‘ zoals dat hier heet, wilden afkopen. Toch doen wat je wil zonder vast te zitten. Daarna een Hongaars mobiel nummer geregeld. Dat nummer kun je opgeven bij een online bestelling, want nummers uit het buitenland worden niet geaccepteerd. Daar kwamen we achter toen ik een lounge setje voor buiten had besteld. Dat werd gewoon niet geleverd! Via een omweg kon ik in de account alsnog het Hongaarse nummer toevoegen en de volgende dag zou het worden afgeleverd.
Uiteraard kon de bezorger onze boerderij niet vinden en belde hij, sprak geen Engels of Duits, zoals bijna niemand hier. In ons beste Hongaars van een spiekbriefje, hebben we de man laten weten dat ie bij de Spar moest wachten op ons. Toen reed ie achter ons aan. We hopen dat hij ons adres onthoudt voor een volgende bestelling.
Ook hebben we nu beiden een TAJ kártya , dit is je zorgpas. We betalen veel minder dan in Nederland, samen voor € 70 en dat zonder eigen risico. Heel blij mee! En het mooie is dat we al die tijd gewoon verzekerd waren in Hongarije terwijl we dat niet wisten!
Dan het andere hete hangijzer: de auto. Eindelijk is de eerste stap gezet naar het importeren. Gisteren was daar de aftrap van, de procedure is gestart met een originaliteitsonderzoek. Dan kijkt men of de papieren wel kloppen en of de auto niet ooit gestolen is geweest. Wat betreft de huidige autoverzekering, die loopt af over een krappe twee maanden en dat wordt spannend, het onderzoek neemt bijna net zoveel tijd in beslag. Inmiddels hebben we twee fietsen en we komen er steeds vaker achter dat in dit dorp, wat een stad blijkt te zijn, alles wat we nodig hebben, te koop is. We hoeven dus niet meer elke keer naar de stad verderop, drie kwartier rijden. En het heeft ook wel wat, alles te koop binnen vijf kilometer. De kentekens zijn hier wel leuk, ze beginnen met drie letters en dan heb je soms rare woorden.
Dan de tuin en het erf, ook daar is veel veranderd. We hebben in de aanbieding van die houten borderrandjes gescoord. Het ziet er zo lekker truttig jaren 70 uit, heerlijk!! De tulpen komen al uit, de tientallen seringen zijn bezig bloemen te maken, verschillende vogels fluiten de hele dag. We hebben een grote Vlaamse gaai gezien die op het erf een favoriete boom heeft. Er zijn koolmeesjes en roodborstjes, er is een kleine bosmuis gesignaleerd. We hebben onderweg een grote haas zien rennen, we waren ooggetuige van een rennend hert, compleet met witte spiegel op haar achterwerk. In de bermen zie je heel regelmatig wilde fazanten, ze zijn mooi gekleurd. En er wonen vele, vele hagedissen, in allerlei formaten en kleuren. Je loopt langs een border, je hoort geritsel en ja hoor, er schiet wat groenbruins weg. Soms blijven ze op een steen zitten om te zonnebaden. Cat Stevens is linkspotig en ging bij een gat zitten, we dachten een muizengat totdat ik er een hagedisje in zag verdwijnen. Cat Stevens graaide met zijn poot in het holletje en er gebeurde niks. Maar later kwam meneertje thuis met alweer een plekje op zijn snoet. Hagedissen hebben kleine scherpe tandjes, las ik…
Bij de plaatselijke gazdabolt (boerderijwinkel) heb ik twee bodza (vlier) weten te vinden. Van de bloesems van deze en die van de sering, kun je heerlijke limonade maken. Je kunt ze vast wel in het wild vinden, maar ik ben hier nog niet op strooptocht gegaan. Vandaag was ik weer bij die winkel en de verkoopster kwam meteen naar me toe met weer een vlier! Ze beginnen ons te kennen, dat merken we aan meer dingen. Zo praten ze wat langzamer en gooien er heel soms een Duits of Engels woord door. Maar we vragen liever alles in het Hongaars omdat we het zo graag willen leren spreken en dat wordt gewaardeerd.
En op een dag…. was er het raadsel van de verdwenen schaapherder. Een paar keer per week horen we een koeienbel en dan is de kudde met kleine en grote zwarte schapen in het aangrenzende bos aan het grazen. De herder en zijn hond waren er steeds bij. Totdat dit niet meer zo was. We zaten bij kennissen op de thee en toen vroeg ik hoe dat zat. We dachten allemaal: dit is niet goed, misschien heeft die herder een hartaanval gehad en ligt ie ergens, de hond zal bij hem blijven waken. Dan schrik je wel even. Toen we thuis waren zijn we meteen de omliggende omgeving gaan uitkammen, telefoons mee. We spraken een buurman aan, met handen en voeten kwamen we erachter dat de schapen van ene Sándor zijn, we weten waar hij woont. Maar het zijn vrije schapen, die redden zichzelf! Opgelucht! Ik probeer ze weleens op de foto te krijgen, maar ze zijn schuw.
In ons bos liggen oude acaciabomen op de grond. De sapstromen zijn allang opgedroogd. Zolang ze niet uit elkaar vallen, zijn ze geschikt als brandhout. We hebben ze meegenomen en met de nieuwe kettingzaag op benzine, in hapklare brokjes gezaagd. Het is net als in Nederland, te koud voor de tijd van het jaar en daarom staat ‘s avonds het houtkacheltje gezellig te snorren. We waren blij met de ladingen hout die we hebben gekocht en een werd zelfs aan huis geleverd. Maar brandhout uit eigen bos geeft meer voldoening!
De bijen hebben zich massaal gestort op het aanwezige buffet, te weten de eetbare kerspruim en de Japanse sierkers. Na twee dagen volledig tussen het gezoem te hebben geleefd, bleek dat de bomen hun overige bloesems verloren en hadden de bijen hun buikjes rond. Alles gaat hier sneller, de lente wordt met een rotgang genoten. Wanneer het begint te schemeren, is het binnen 20 minuten volledig donker. Op de foto onze ‘dieselbij ‘ . Het is de blauwzwarte houtbij, heel groot. Deze leeft helaas niet meer, zo kon ik hem of haar goed bekijken. De glans is blauw tot paars en bij leven maakt de bij een zwaarder brommend geluid dan de andere bijtjes, die veel kleiner zijn.
Er lag een grote berg in de tuin, begroeid met rotsplantjes. Omdat de berg in de weg lag ben ik ‘m gaan afgraven. De plantjes heb ik apart gehouden, leuk om weg te geven. Ook kwamen er mooie grote keien uit vandaan, die liggen nu voor de sier in de borders.
Waarvoor we wel naar de grotere stad zijn gegaan, was het aanschaffen van een nieuwe zuinige koelkast. Bijkomend voordeel is dat het aantal decibellen drastisch is verlaagd. Als je een apparaat koopt, kun je een soortgelijk apparaat gratis inleveren. We hebben een oude vriezer gegeven en de oude koelkast, die het overigens wel goed doet, kan naar een volgende eigenaar.
Verder hebben we de garage leeggemaakt, al het afval als in oude meubels, ligt nu in het voormalig varkenshok dat we voorlopig niet gebruiken. De auto staat daar vlakbij, zo kunnen we makkelijk inladen als we gaan storten. Het grijze afval dat zo weinig is, gooi ik in de vuilnisbakken bij de grotere winkels. Het is maar een zakje van 20 liter per 2 of 3 weken.
Het is blijkbaar normaal om je met paard en wagen te vervoeren, we hebben het verschillende keren gezien en dat vind ik zo tof! Daarentegen staan er bij de autowegen wel verbodsborden.
In Nederland waren de buren zo dichtbij dat ik als de buurman zijn blaas in de WC leegde, de spetters haast kon voelen! Nee, je zult begrijpen dat we geen enkele reden hebben om ooit nog terug te keren. Het is mooi en goed en we leven in tevredenheid!
Ook dit weer met plezier gelezen ik ga je blog lekker bij houden 🙂
Leuk om te lezen en te horen hoe jullie het doen , ik hoop het eerdaags zelf te doen .
Wat kan jij mooi (be)schrijven, heel erg genoten van je verhaal, dankjewel!