Een tijdje geleden zat ik op Facebook in een groep te reageren op een post. Dat gebeurt wel vaker. Het commentaar was weer eens niet van de lucht, de azijn was blijkbaar in de aanbieding. Enfin, je kent het wel; negativiteit ten top. Het ‘gesprek’ had te maken met bij welke winkels in Hongarije je ‘t beste je boodschappen kunt doen. Een vrouw die negatief op mij reageerde, vond dat we vooral lokaal moesten shoppen zoals bij de ‘plaatselijke’ Tesco, Aldi en Lidl. Hoezo, Hongaarse middenstand? Bovendien zitten die winkels hier helemaal niet, daar moeten we minstens 45 minuten voor rijden! Dat kost teveel tijd en brandstof. Ik besloot van iets vervelends iets positiefs te maken en zo werd dit blog geboren.
Ik herinner mij nog heel goed de afbeeldingen van ’10 ways to change the system’, waar ik jaren geleden al mee bezig was. Regel 1 : shop local and vote with your money! Helaas kon ik dat plaatje niet meer vinden en is het ‘fuck the system’ geworden. De 10 geboden zijn wel helemaal hetzelfde.
Geen van die 3 winkels bevinden zich in ons dorp. Tesco is afkomstig uit Engeland en zit in meerdere plaatsen in Hongarije. We komen er niet graag, mochten we al in de buurt zijn. Soms, als we wél in de buurt zijn, ren ik even naar binnen omdat ze meestal wel stronken bleekselderij hebben en goede katoenen kleding. De Duitse Lidl bezoeken we hooguit eens per maand, voor o.a. Goudse kaas, goeie biefstuk en niet op dieren geteste verzorgingsmiddelen van het eigen merk ‘Cien’. Dan nemen we meteen andere dingen mee die op dreigen te raken zodat we in een keer klaar zijn voor een aantal dagen. Daar zijn we gisteren ook geweest, maar dan in het stadje ‘Solt’. Het is richting de Donau en eens wat anders dan de stad Kecskemét waar we eigenlijk wat te vaak heen gaan.
De Hongaren produceren en eten wel kaas maar ze kunnen het niet zo lekker maken als de echte Hollandse Goudse. Nou ja, dat is mijn smaak tenminste. Ik neem dan 4 stukken mee om ongeveer een maand mee te doen. De Duitse Aldi vond ik alleen leuk toen ik op Texel woonde omdat die naast mijn huis was. We shoppen soms bij de Franse hypermarkt de Auchan maar ook daar raakt snel de lol van af. Wat een mega winkel, zo’n groot oppervlak helemaal vol gestouwd met schreeuwerige reclames en kopstellingen vol consumptie, je MOET vooral veel van alles kopen. Of je het nou nodig hebt of niet. Je verdwijnt er in de anonieme massa. De zure schoonmaakmedewerkers op zo’n waxmobiel rijden je zowat van je sokken en zeggen geen bocsánat (= sorry). Inmiddels lopen we er stoïcijns doorheen; we weten precies waar alles staat en nemen alleen mee wat ter zake doet. Dit gebeurt ongeveer eens per 3 weken, omdat we dit combineren in de stad Kecskemét met bijvoorbeeld een bouwmarkt of ons maandelijkse etentje met Jolanda en Frank. Nee, geef ons maar gewoon de winkels in ons eigen dorp.
We hebben een stuk of 8 kleine supermarktjes waarvan de Spar de grootste is. Hier reken ik ook de winkeltjes bij die niet groter zijn dan een slaapkamer. Die horen ook bij grotere ketens zoals ABC, Reaal en COOP. Een onafhankelijke ‘super’ markt is er helaas niet. De Spar is gek genoeg een Nederlands bedrijf, uit Zoetermeer. Voor wie het weet: qua oppervlakte vergelijkbaar met de Vomar in de visbuurt van Den Helder. Er werken veel lokale burgers, de meesten zijn dames. Voordeel is dat ze ons kennen en wij kennen elke werknemer van gezicht en uitstraling. Ze weten dat we niet Hongaars zijn en ze hebben geduld. We begrijpen en spreken al meer dan een jaar geleden. Hier kopen we de basisbehoeftes. Maar er is meer.
Hier shoppen wij lokaal:
Voor de katten kopen we antivlooienmiddel bij de állatpatika (dierenapotheek). Bij de takarmány bolt halen we kippenvoer, 10-20 kilo in één koop. Er is een winkel met veel huishoudelijke artikelen waar we onlangs een kleine en een grote keukentrap hebben gekocht. Bij műszaki áruház (technisch warenhuis) kopen we allerlei schroefjes, lamenpeertjes, slijpschijven, aanmaakblokjes voor de houtkachel, een fietscomputertje en fietsmanden. Bij de gazdabolt halen we kunststof bloembakken, zaden, plantjes en ander keuken- en tuinspul. Er is een soort kantoorboekhandel waar we alles dat met pen en papier te maken heeft vandaan halen. Omdat ik brieven schrijf en ze via de snailmail verstuur, koop ik regelmatig postzegels bij het postkantoor. De bakker (pékség) voorziet ons van het heerlijke Vikorn brood. Dan de slager voor ons vlees zoals kip, rundergehakt en soms varkensvlees. Voor zover ik weet zijn dit allemaal zelfstandige winkels die geen onderdeel zijn van een groot concern behalve de Spar dan. Ook is er een ‘gummi szerviz’ (bandenservice) waar we wel eens zijn geweest en een fiets- en autowinkel. Op zulke dagen snuffelen we naar hartenlust in de zaakjes rond en ontdekken steeds meer van hun assortiment. Zo heb ik 2 ondernemers gevonden die beide veiligheidsschoenen verkopen. Daarvoor hoeven we dus niet meer naar de grotere stad met zijn veel te grote winkelketens. We laten overal onze neus zien, proberen in het Hongaars te vertellen wat we zoeken en stemmen zo met ons geld, zodat de veelal kleine ondernemers hopelijk een beetje makkelijker kunnen blijven bestaan.
En regelmatig gaan we na het boodschappen doen even genieten bij de plaatselijke ‘cukrászda’, dit is met een mooi woord een kanditorei. Hongaren kunnen ontzettend goed gebak en taart maken. Het ziet er niet alleen schitterend uit, het is echt om je vingers bij op te eten. In ‘sütemény’ (gebak) zit veel minder suiker dan in het Nederlandse gebak. Ik heb al 12 jaar een probleem met suiker en dit soort moois hier kan ik gewoon eten zonder ziek te worden! Win-win.
Tot de volgende keer!
Hallo wij zijn Jacqueline en Bert, Jullie wonen niet zo ver van Izsak heb ik gezien wij komen daar ook minimaal 1x per week en wonen zelf in het buitengebied van Orgovany. Wij wonen hier sinds januari 2022. Nog niet helemaal vast maar wel het grootste deel van het jaar. Moet nog een paar jaar werken en moet daarvoor af en toe naar Den Haag zoals komende week. We staan dus eigenlijk om het punt om naar Den Haag te gaan maar verwachten binnen 2 weken terug te zijn misschien kun we dan eens afspreken voor de koffie. Wel apart we hebben nu een Bart en Bert van de Tanya 😉 Groetjes Jacqueline en Bert van de Tanya
Hoi Bert en Jacqueline, Lijkt ons een prima plan. Met Bert ben ik al vrienden op Facebook. Echter kan ik je daar geen chatbericht sturen! Weet niet waarom. En ik ga hier niet m’n telefoonnummer openbaar zetten. Hoe doen we dit? Groet, Nathalie