Een weekje Budapest

Vorige week vrijdag bracht Bart me met de auto naar hotel Charles in Budapest, in het Buda gedeelte. Ik had een kamer met kitchenette gehuurd voor 5 nachten. Buda is het westelijk deel, Pest is het centrum. De rivier de Donau stroomt er tussen, de beide stadsdelen zijn met meerdere bruggen aan elkaar verbonden. Gewoon, even heel wat anders. De kamer was nogal warm, later bleek té warm. De radiator kon niet dicht, dus deed ik steeds de ramen open. De kamer zelf was prima. Het is een driesterren hotel en de bemanning spreekt allemaal goed Engels, hoewel ik ook Hongaars heb gesproken en dat werd erg gewaardeerd. De receptie is 24/7 geopend. In het hotel zit een restaurant genaamd János. In die ruimte werd ‘s morgens het ontbijt geserveerd.

Een kitchenette met koelkast vind ik wel erg praktisch.
Het sanitair is erg netjes.
Ruimte genoeg.

We gingen ‘s middags lopend naar het centrum op jacht naar een goed buitenlands restaurant. Bart wilde eigenlijk naar een Thai maar we waren al een half uur aan het wandelen toen we bij een Vietnamees kwamen. Hoogstaand was het niet maar wel lekker Oosters. Op de terugweg begon Bart dingen te zeggen die ik wel had verwacht: ‘ Wat een stinkstad! Ruik je dat niet? Ik zie alleen maar auto’s en asfalt!’. Ik kon er wel om lachen. Ik wilde gewoon graag onze nieuwe hoofdstad verkennen. Bart ging naar huis, blij dat ie was weer naar het platteland te kunnen vertrekken. ‘s Avonds ben ik de buurt rond het hotel gaan verkennen en ik vond allerlei winkeltjes, o.a. in een soort kelders.

Het is een enorme stad met meer dan een miljoen inwoners. Het uitzicht vanaf de bruggen vond ik geweldig, en dat kost niets. Je ziet aan beide kanten van de Donau de steden liggen met veel bebouwing en heuvels op de achtergrond. Het lopen naar het centrum was dan ook een en al stijgen en dalen. Alleen zat het weer niet mee; pas zondagmiddag kwam de zon even kijken. Het was buiten te koud en binnen te warm. Ik heb alle dagen uren en uren gelopen tot spierpijn aan toe. Zaterdag zou ik een rondleiding hebben met onze lerares die ook gids is, met een bevriend stel maar helaas, ze moesten door omstandigheden afzeggen. We zouden afspreken bij de Sint Stefanus basiliek (de grootste kerk) daar ben ik dan ook naar toe gelopen. Er vlakbij zit een kattencafé. Helaas was het te druk, je moest wachten tot er mensen uit kwamen. Tussen de middag heb ik warm gegeten, een Griekse gyrosschotel. Wat ik elke dag deed was ‘s morgens op pad en dan halverwege de middag uitgeput terug op de hotelkamer, relaxen en veel lezen.

Budapest, Szent István tér 1, 1051

Voor het ontbijt had ik volkorenbrood besteld en netjes gekregen, in een mandje. Er waren ook heel ongezonde dingen te eten zoals eieren met spek, worstjes, mayonaise en dat soort dingen. Maar ik vond ergens potten met gedroogd fruit en noten, heerlijk. Als broodbeleg was er genoeg kaas en allerlei rauwe groenten. Op zondag ben ik wat doelgerichter gaan lopen. Ik had onze smartphone mee, zonder SIM kaart maar met een navigatie die je off line kunt gebruiken.

Er zijn in het centrum in de voormalig joodse buurt, oude gebouwen waar je in kunt en waar men een soort café van heeft gemaakt; de ruin bars. Elke zondag is er in een van die bars een markt, Szimpla Sunday. Ik vond het erg tof om dat gebouw van binnen te bekijken, het is heel alternatief. Op de markt heerlijke walnoten en gedroogde peer gekocht. De gedroogde stukjes peer wilde ik graag proeven zodat ik met de enorme perenoogst van eigen tuin, een nieuwe functie heb voor al dat fruit.

Budapest, Kazinczy u. 14, 1075
De afbeelding op deze deur inspireerde me tot het plat slaan van gebruikte theelichtjes. Kan ik wel wat mee.
Heerlijk, die ouwe meuk.

Er was een stukje verderop een smal straatje met foodtrucks. Daar heb ik Mexicaans gehaald maar het was een en al zout en chili. Jammer.

Mooi, die gekleurde plantenbakken.
Nagy Vásárcsarnok = De markthallen Vámház krt. 1-3

Maandagochtend was het tijd om eens in de beroemde markthallen te gaan snuffelen. Ook weer lopend heen gegaan, ondanks de spierpijn. Helaas viel het wat tegen; veel van hetzelfde soort kraampjes, veel groenten/fruit en in andere stalletjes alleen maar paprikapoeder en salamiworsten. Op de bovenverdieping verkocht men vooral souvenirs en kleding. Ook was er een typisch Hongaars restaurantje waar ik heerlijke goulashsoep heb genuttigd.

Heerlijk!
Maandag na de markthallen zou ik al strompelend naar dit gebouw gaan; het nationaal museum. Ben eerst gaan picknicken in de tuin en toen bleek het gesloten! Ik was te moe om terug te lopen naar het hotel en heb een taxi genomen. De chauffeur was helemaal verrast dat ik in het Hongaars kon zeggen: “Mooie stad. Ik kom uit Nederland maar ik woon in Hongarije in Szabadszállás. Ik leer elke maandag Hongaars”.

‘s Avonds bij restaurant János heb ik een zalige biefstuk gegeten, die was echt goed klaar gemaakt. Later ben ik nog wat in de buurt gaan wandelen en wat proviand ingeslagen bij de kleine winkeltjes. Er liep een man, lurkend aan een blikje bier. Hij liep naar een telefooncel en ging naar binnen; ik dacht die dingen werken toch niet meer? Ik keek ‘m even na en ja hoor, gulp open en meneer stond in een hoek te pissen…

Zondag- en maandagmiddag kwam eindelijk de zon even gedag zeggen.
De gebouwen vind ik uniek.

Dinsdag was ik zo moe van het vele lopen en de veel te warme kamer, dat ik Bart heb gebeld om te overleggen. Als hij me woensdagochtend zou halen dan moest hij wel erg vroeg op en ik raakte het inmiddels beu in de stad. Dus spraken we af dat hij me dinsdagmiddag zou komen halen. De Thai die we eerder zochten, had ik gevonden terwijl ik het kattencafé zocht. Bij Tom Yum dronk ik jasmijnthee en het restaurant maakte op mij een goede, nette indruk. Daar zouden we dan gaan eten. Niet meer lopend, maar na het uitchecken bij het hotel naar een parkeergarage rijden. Ondanks de drukte in de binnenstad is dat prima gelukt en het eten was verrukkelijk! En toen reden we gauw de stad uit. Eenmaal thuis riep ik: wat een ruimte hier! Het was mooi geweest, het doel van onze hoofdstad bekijken is gelukt. Misschien gaan we ooit nog eens heen en weer op 1 dag, puur voor de goede eetgelegenheden. Want echt Aziatisch is hier op de puszta gewoon niet te vinden.

Thaise curry met kip

Woensdag was het heerlijk weer en ik ben meteen aan de slag gegaan. Tuin sproeien en alle gewassen bekijken. Eindelijk is de spinazie opgekomen. Bij de plantuitjes zie ik een groen toefje. Ik zag dat er vanzelf weer brandnetel en kleefkruid groeit, lekker om thee van te maken. Munt en citroenmelisse zijn wederom aanwezig. Narcissen en blauwe druifjes komen op, ik zie rabarber boven komen, de magnolia en bessen lopen uit, de appel begint blaadjes te vormen en de peer staat al in de bloesem. Wat een verschil met maar 1 week geleden!

Vlakbij de kas vond ik kippenmuur, ook wel vogelmuur genoemd. Je raadt het al; de kippen zijn er dol op. De hennen vertonen kale plekjes tussen de veren, de boosdoener is de haan. Gisteren kreeg ik visite van de eigenaresse van de logeerkipjes en zij zag het ook. Een oplossing is zadeltjes maken. Want op die blote huid kunnen parasieten binnendringen; geen lekker idee. Arme diertjes! We gaan aan de slag en zo is er altijd genoeg te doen op “Hoeve Hernia”.

3 Replies to “Een weekje Budapest”

  1. Voor d ekippen geen zadeltjes maken, of meer kippen nemen zodat de haan niet altijd dezelfde te pakken krijgt. Of een andere haan mischien is deze te actief. Maar in de meeste gevallen is meer kippen de beste oplossing. Ongeveer 15 kippen en 1 haan.

  2. Ik heb wel een heel lekker recept om je eigen curry te maken. En wist je dat je bij amazing oriental (almere) alles online kunt bestellen? Ik heb ook een adres hier voor kruiden; füszerész webshop. Groetjes Anke

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *